Ik heb ook wat te vertellen

Wanneer heb jij voor het laatst met jouw leerlingen een goed kindgesprek gevoerd?

Het voeren van een goed kindgesprek is een zeer krachtig middel en een van de uitgangspunten van handelingsgericht werken maar wordt nog vaak vergeten. Teamoverleggen, koffiepauzes, oudergesprekken, groepsbesprekingen, OT/BT…….We praten volop over kinderen. We praten ook veel tegen kinderen en horen ze aan. Maar er wordt nog weinig mét (jonge) kinderen gepraat.

Dit enerzijds vanuit een bezorgdheid voor kinderen. ‘Is het niet te emotioneel of bedreigend? Kunnen zij dat wel?’ Maar vaak ook vanuit een bepaalde onzekerheid bij ons als volwassene zelf…. ‘Weet ik daar eigenlijk wel genoeg van?’ ‘En hoe moet ik het kind dan aanspreken?’ ‘Op welke manier kom ik echt tot de kern van het verhaal zonder te intimideren of suggestief over te komen?’

Kindgesprekken helpen om de onderwijsbehoeften van kinderen duidelijker in beeld te krijgen, de pedagogische relatie te versterken, de persoonlijke betrokkenheid en motivatie te vergroten, leiden tot meer eigenaarschap, stimuleren verschillende vaardigheden , verbeteren de werkhouding, hebben een positieve invloed op het welbevinden van kinderen en worden door kinderen gewaardeerd omdat er serieus naar hen geluisterd wordt. Dat zijn dus nogal wat voordelen!

Als je het mij vraagt

Het voeren van een goed kindgesprek is een zeer krachtig middel, maar wordt nog vaak vergeten. In veel gevallen kan het zelfs al een deel van de oplossing zijn. Kinderen kunnen meestal goed aangeven wat ze willen leren en hoe ze denken dat dit hen gaat lukken. Een van onze specialisten kreeg tijdens een intakegesprek de vraag voorgelegd wat er in de klas nog meer gedaan kon worden om een bepaalde leerling, laten we hem Jurre noemen, zich beter te laten concentreren. Tijdens de instructie lukte het niet hem actief mee te laten doen, wat de leerkracht ook probeerde. Er was al van alles aangedragen en geprobeerd. Een gesprek met Jurre had hierover niet plaats gevonden. Toen dat alsnog gebeurde vertelde Jurre dat hij helemaal in de war raakt van alle woorden die gezegd worden tijdens de uitleg waardoor hij daarna niet meer aan het werk kan. Hij deed er van alles aan om zich af te kunnen sluiten voor de instructie. Toen de leerkracht voortaan in haar uitleg meer voordeed, meer visueel ondersteunde en Jurre zijn koptelefoon op mocht zetten tijdens de instructie bleek dat voor hem voldoende om daarna aan de slag te kunnen met de zelfstandige verwerking. Een ander mooi voorbeeld zie je in het filmfragment Een druk kind zet je vooraan in de klas. Toch?

De verhalen van kinderen zelf geven aanknopingspunten voor de verbetering van de ondersteuning op alle niveaus. Kinderen hebben iets te vertellen en willen het ook graag vertellen, als ze maar een luisterend oor vinden. Als we kinderen niet vragen naar hun beleving, interesses en mening missen we niet alleen de kans om van hen te leren maar ook de aansluiting met wat hen werkelijk bezig houdt en beweegt. In onze ambitie om het goede voor onze leerlingen te willen doen ben je als leerkracht vaak druk met heel wat zaken om de dingen voor jouw leerlingen beter te laten verlopen. Wanneer je de visie van het kind op het probleem meeneemt in jouw begripsvorming van de situatie wordt het pas echt effectief om jouw leerlingen nieuwe dingen aan te leren. Je hebt op dat moment de onderwijsbehoeften immers beter in beeld.

Spreken is zilver, zwijgen is goud

In het onderwijs praten we heel wat af. We vertellen, instrueren, onderwijzen, leggen uit en zijn zelf daarmee een groot deel van de dag aan het woord. Dat creëert een grote valkuil bij het voeren van een goed kindgesprek waarbij de belangrijkste vaardigheid is … Luisteren! Het geheim van goed onderwijs is luisteren naar je leerlingen. Het is niet altijd makkelijk om te luisteren vanuit een open, eerlijke en nieuwsgierige houding maar het is wel een voorwaarde voor een goed kindgesprek waarin je de oprechte intentie hebt je te verdiepen in de drijfveren van jouw leerlingen. Het begint dus met het thuis laten van je OMA en geen NIVEA meer te smeren.

Randvoorwaarden en metacommunicatie

We kunnen ons voorstellen dat je nu het liefste direct de mouwen oprolt en aan de slag gaat maar het is goed om nog wel even stil te staan bij een aantal belangrijke aandachtspunten. Een prettige sfeer begint bij het creëren van een prettige gesprekshouding. Ga bij voorkeur niet recht tegenover het kind zitten maar in plaats daarvan schuin naast elkaar of in een hoek van 90⁰ en zorg dat je op gelijke (oog)hoogte zit. Het kan voor het kind minder beladen zijn wanneer hij ondertussen iets te doen heeft (tekenen, kleuren, friemelen). Kijk naar het kind terwijl het spreekt maar niet continu. Wissel het wel of niet maken van oogcontact af.

Voor kinderen kan het in eerste instantie nog ongemakkelijk voelen om samen met jou een gepland één-op-één-gesprek te voeren als ze hier nog niet aan gewend zijn of als het gaat om voor het kind lastige onderwerpen, daarom is het belangrijk om met metacommunicatie duidelijk te maken waarom er een gesprek gevoerd gaat worden. Geef vooraf aan waarom je met het kind wilt praten, dat het kind alles mag vertellen en wat er met de informatie gebeurt. Metacommunicatie is eigenlijk communicatie over de communicatie. Het kan zorgen voor duidelijkheid  en voorspelbaarheid en draagt daarmee bij aan de pedagogische veiligheid binnen het gesprek. Gebruik het kindgesprek niet alleen voor het stellen van de vragen waar jij een antwoord op wilt hebben maar vraag ook na of er dingen zijn die de leerling met jou wil bespreken.

Er valt meer uit het gesprek te halen als je je onwetend op durft te stellen. Laat een kind weten dat je feedback nodig hebt. Kinderen zien volwassenen vaak als almachtig en weten vaak niet dat wij ook feedback nodig hebben. Het is daarom van belang dat je bij kinderen aangeeft dat jij ook graag feedback wilt hebben.

Het is belangrijk dat een kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt en dat er geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden zijn. Dit stelt een kind gerust en kan eventuele spanningen voor het gesprek wegnemen. Uiteraard heeft het kind ook het recht geen antwoord te geven. In dat geval is het wel belangrijk om te checken of het kind de vraag niet kan of niet wil beantwoorden. Een kind kan een stilte laten vallen om goed te verwerken wat er gezegd of gevraagd is, het door te laten dringen en een reactie op te laten komen. Het kan ook betekenen dat de vraag teveel spanning geeft of dat er sprake is van verzet.

 Na afloop kan het verhelderend  en waardevol zijn het kind te vragen hoe hij het gesprek beleefd heeft, mits het voor jou mogelijk is je open te stellen voor gewenste en ongewenste meningen. Deze vraag mag geen discussie opleveren. Wel kun je daarnaast aangeven hoe jij het gesprek ervaren hebt.

Metacommunicatie is een fundamenteel onderdeel van een goede en vruchtbare communicatie. Daarom zou het een vast onderdeel moeten zijn van een gesprek. Het zorgt voor opluchting en kan ruimte scheppen.

Technieken

Een gesprek tussen een volwassenen en een kind heeft een verschil in machtsverhouding. Wanneer je onvoldoende stil staat bij de voorwaarden van een goed kindgesprek, loop je het risico een gesloten gesprek te voeren en dat is niet wat je in dit geval beoogt. Er zijn een aantal gesprekstechnieken om het gesprek goed te laten verlopen. 

Na het creëren van een prettige sfeer middels de metacommunicatie kun je starten met het stellen van een goede startvraag. Dit is een vraag die voor het kind meteen een duidelijke aanzet voor het onderwerp van het gesprek is. Het is bij voorkeur een open vraag die voor het kind makkelijk te beantwoorden is. “Hoe was het voor jou om de overstap naar deze school te maken?” Of: “Ik vroeg me af hoe ik jou kan helpen je beter te concentreren. Vertel eens, hoe gaat dat bij jou als je je moet concentreren om een taak te maken?”

Let er altijd op dat je één vraag tegelijk stelt. In een gesprek met kinderen zullen over het algemeen wat meer stiltes vallen dan je gewend bent vanuit de gesprekken met volwassenen. Een kind heeft tijd nodig om zijn gedachten te ordenen en van daaruit een antwoord te formuleren. Vaak zijn we geneigd er meteen een tweede vraag ter verduidelijking er achter aan te stellen. Niet doen dus!  Stilte is het toverwoord.

Wanneer je merkt dat een open vraag echt te moeilijk is kun je als noodgreep een gesloten vraag stellen maar zoek hierbij alleen je toevlucht als het echt niet anders lukt. Vragen die beginnen met ‘hoe’ te transformeren naar een vraag die begint met ‘wat’ kan ook helpend zijn: “Wat merk jij bij jezelf als je je goed moet  concentreren?” Bij gesprekken over de onderwijsbehoeften gaat het niet alleen om het vinden van feitelijke informatie, maar vooral ook om de beleving en ideeën van kinderen over hun ontwikkeling.

Voorkom het stellen van waarom vragen. De vraag ‘waarom’ is gericht op het verleden en stelt je vaak voor een dilemma. Deze vraag wordt vaak gesteld als de ander ergens duidelijk een andere mening over heeft en kan voelen als een terechtwijzing.

In een gesprek komt het vaak voor dat een leerling een antwoord geeft dat bestaat uit maar één woord, zoals ‘leuk’, ‘saai’, ‘ja’ of ‘nee’. We hebben net al gezien wat het belang van stiltes is. Als je wilt dat een kind meer vertelt laat dan in eerste instantie een stilte vallen na dit ene antwoord. Leidt dat niet tot meer vertellen dan kun je het proberen met de gebiedende wijs ‘Vertel!’ Zo geef je het kind alle ruimte om nog verder na te denken en zijn antwoord toe te lichten. Het voordeel van enkel het woord ‘vertel’ is dat het niet suggestief is en geen oordeel in zich heeft

Luister naar wat een kind zegt. Het gevaar van een gesprek met een kind dat door een volwassene is geïnitieerd, is dat de volwassene vaak alleen aandacht heeft voor het onderwerp dat de volwassene wil bespreken. Een kind heeft zijn eigen verhaal en wil dat ook graag vertellen. Als wij als volwassenen onze eigen agenda erdoor willen drukken bestaat het risico dat kinderen niet meer actief aan het gesprek deelnemen omdat ze wachten tot ze zelf hun verhaal kwijt kunnen. Ze gaan zich dan aan het gesprek onttrekken. Op vragen ingaan is goed en leuk, maar als het gesprek voor je gevoel te ver afdwaalt van het onderwerp, kun je dat natuurlijk zeggen en terugkeren naar de kern. Zoek een balans tussen reageren en het sturen op je eigen lijn.

Je kunt het kind goed laten merken dat je naar hem luistert door met behulp van voorbeelden te checken of jij het kind voldoende begrepen hebt.

Het gesprek wordt afgerond met een samenvatting van wat er gezegd is en het maken van (vervolg)afspraken (wie gaat wat doen?). Wanneer het voor het kind een moeilijk gesprek was is het fijn als je er voor zorgt dat het kind even weer tot zichzelf kan komen. Geef het de ruimte om even iets anders te doen en van daaruit weer de overschakeling naar de groep kan maken.

Na dit artikel staat er een overzicht van alle genoemde do’s en don’ts opgenomen in deze kennisbrief.

Praktische haalbaarheid

Kindgesprekken vragen iets waar binnen het onderwijs een structureel tekort aan is. Leerkrachten willen vaak wel in gesprek met hun kinderen, maar de organisatie daarvan is lastig. Het voeren van kindgesprekken gaat je echter ook heel veel tijd opleveren. Voortaan ben jij niet meer vanuit een verborgen agenda hard aan het werk om bepaalde doelen te bereiken in het gedrag of leerproces van een kind maar gaat ook het kind mede-eigenaar worden van dit proces.  Leg de lat niet te hoog voor jezelf maar begin gewoon met het zetten van een eerste stap. Wanneer er voor een kind externe ondersteuning aangevraagd wordt zal een kindgesprek sowieso deel uitmaken van het handelingsproces. De specialisten van Passend Onderwijs denken daarin graag met je mee.

Korte gesprekjes met kinderen kunnen gevoerd worden in de verlengde instructietijd, na schooltijd of tijdens het zelfstandig werken. De meeste scholen die het voeren van kindgesprekken verankerd hebben in hun visie en handelingswijze, voeren drie keer per jaar geplande kindgesprekken, met of zonder ouders. Een school kan er ook voor kiezen leerkrachten te faciliteren in tijd door bijvoorbeeld een intern begeleider, onderwijsassistent of schoolleider tijdelijk de groep te laten overnemen waardoor de leerkracht tijd heeft om met individuele kinderen in gesprek te gaan.

Met welke leerling ga jij het eerstvolgende kindgesprek voeren?

Bronnen: